“Een oogje in het zeil houden”

In 2001 geeft Co van Twillert de EB 68 in bruikleen aan de Stichting tot Behoud van Elburger Botters. Iets wat paste bij de doelstellingen van de Botterstichting; om de kosten hanteerbaar te houden, maar wel zoveel mogelijk Elburger botters terug te krijgen in de haven en te behouden. Op het hoogtepunt van de Zuiderzeevisserij telde de Elburger vloot 71 schepen; waaronder botters, pluten, bonzen en punters.

De botter EB 68

In februari 1936 kocht Jan van Triest een botter uit Enkhuizen. Jan van Triest kennen we ook van de botter EB 29, welke hij na een paar jaar heeft moeten verkopen. Vanaf 1924 ventte hij vis en huurde 3 dagen in de week een botter. Deze botter kocht hij in 1930, echter was deze in slechte staat en werd gesloopt in 1935. In dat zelfde jaar kocht hij een grotere botter in Harderwijk, de HK 129. De schuit verkeerde bij aankoop in een zodanige staat dat deze eerst bij Balk moest worden opgetimmerd. Jan van Triest heeft slecht heel kort met deze botter gevist, hij verkoopt hem in 1936 voor 350 gulden, en koopt vervolgend de botter uit Enkhuizen.

Deze botter was van Wouter Mons uit Enkhuizen en voer onder het nummer EH 94 met de naam “De Twee Zusjes’. Wouter Mons had deze botter in 1922 gekocht van Jan Oldenhof uit Vollenhove, toen voer de botter het visserijnummer VN 6. Jan van Triest viste vele jaren op de EB 68, na zijn dood werd zijn zoon Aart van Triest de eigenaar. Vanaf 1956 viste Aart vanuit Harderwijk op het IJsselmeer met de botter. In 1961 laat Aart een kotter bouwen en de botter wordt verkocht als pleziervaartuig. De nieuwe eigenaar J. de Vin laat de botter als jacht meten (VA 46) en zeilt er vele jaren mee vanuit Kornwerderzand en Stavoren.

Duitendief

In 1961 wordt de stiefzoon van J. de Vin de nieuwe eigenaar. Vanwege de vele restauratiekosten kreeg de botter de naam ‘Duitendief’. In de drie jaar dat hij eigenaar was moest hij twee keer de motor vervangen, bij de laatste keer zei de familie: “Het is geen boot, maar een Duitendief!”. Ook de andere eigenaren hebben flink moeten timmeren om de botter in goede staat te houden. De laatste keer was in 2018, waarbij de botter grondig onderhanden werd genomen door het Leer- werkproject van de Botterstichting. April 2019 is ze weer feestelijk te water gelaten.

De botter van overgrootvader Jan uit de Spiegel der zeilvaart:

Visserij inspectie

De botter is in 1898 gebouwd op de werf van Kater in Monnickendam in opdracht van de overheid (Rijk). Het schip was bestemd voor de visserij inspectie en heeft waarschijnlijk onder andere vanuit Harderwijk en boven Vollenhove gevaren. Alle botters die in het verleden voor de visserij inspectie zijn gebouwd, kwamen van de werf van Kater in Monnickendam. Klaas Kater stond bekend om het bouwen van ‘snelle zeilers’. De botters van het Rijk moesten snel varen zodat ze stropende vissers kon verrassen. Vissers visten per ongeluk wel eens op het verkeerde perceel en de visserijpolitie controleerde ze.

NaamEigenaarvantotGebruik
VI 4Rijksoverheid, (Lijnenlegger?)Zuiderzee18981905visserij-inspectie
VN 6Jan OldenhofVollenhove19051922visserij
EH 94 ‘De Twee Zusjes’Wouter MonsEnkhuizen19221936visserij
EB 68Jan van TriestElburg19361951visserij
EB 68Aart van TriestElburg19511961visserij
EB 68N.J. de VinSlagharen19611978recreatie
EB 68 ‘Duitendief’J. NieuwenhoutLeeuwarden19781981recreatie
EB 68 ‘Duitendief’IJsbrand DijkstraBuitenkaag19812001recreatie
EB 68Stichting tot Behoud van Elburger BottersElburg2001hedenrecreatie
Technische gegevens
WerfKater, Monnickendam
Bouwjaar1898
Materiaal, bouwwijzeEiken, karveel
Lengte13,20 meter
Breedte4,50 meter
Diepgang0.85 meter
Masthoogte14,50 meter
MotorMitsubishi
Varend monument92
ThuishavenElburg